‘Gewoon: heel bijzonder’ (2010-2011)

Laten we ons samen eens verwonderen over dat gewone, dat bijzonder is… Wat dat ‘gewone’ is? Denk maar aan de wereld om je heen: het licht, de lucht, de aarde, het huis waarin je woont, de gemeenschap waar je deel van uit maakt, de kleding die je draagt, de tijd die je krijgt, het water dat leven brengt. Het lijken op het eerste gezicht misschien uiterlijkheden. Tegelijkertijd zijn ze meer dan dat. Deze vanzelfsprekende, gewone dingen worden je door God gegeven om van te leven en mee te leven. Je zou niet eens kunnen leven zonder deze gewone dingen. Alleen al daarom zijn ze zo bijzonder.

En in die alledaagse uiterlijkheden mogen we, zo menen wij, Gods aanwezigheid in ons leven beleven. Hoe? Dat hopen we te gaan ontdekken en te beleven met elkaar.

Opdat we ons opnieuw verwonderen over Gods grootheid en goedheid.

En om ons te verwonderen over zijn verbond met ons, ook in deze alledaagse dingen.

Elke maand staan we stil bij één van deze gewone, concrete werkelijkheden, die zo bijzonder kunnen zijn.

 

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • Licht                         

      ‘Er zij licht!’ (Gen 1-2:1)

      ‘Laat zo je licht maar schijnen’ (Mat 5:1-16)

 

  • Water                        

      De juiste vrouw voor Izak (Gen 24:1-39, 50-69)

      De Bron van Levend water (Joh 4:1-42)

 

  • Huis

       Psalm 84

       De verloren zoon (Luk 15:11-32)

 

  • Kleding                     

      De mantel van een profeet (1 Kon 19-19-21, 2 Kon 2:1-18)

      Een Koning in een kribbe (Luk 1:30-33, 2:8-14)

 

  • Gemeenschap         

       Het verhaal van Ruth (Ruth 1)

       Zacheüs (Luk 19:1-10)

 

  • Lucht

      Jakobs droom (Gen 28:10-22)

      Psalm 150

 

  • Tijd                           

      ‘Alles heeft zijn tijd’ (Pred 3)

       Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Op 21, 22)

 

  • Aarde                        

      Het beloofde land (Num 13:1-14:30)

      Het verhaal van de zaaier (Mat 13:1-9, 18-23)

 

‘Hand-elingen’ (2011-2012)

Vele handen maken licht werk, met je handen in het haar zitten, de handen uit de mouwen steken, hand in hand lopen – er zijn veel uitspraken waarin handen een rol spelen. Misschien ook niet zo gek, als je bedenkt hoe vaak (en misschien wel: hoe ongemerkt) we gebruik van onze handen maken. Handen zijn erg functioneel. Je kan er dingen mee vastpakken, verplaatsen, toetsen indrukken. Handen geven ons ook informatie. Je kan er mee tasten, voelen. Handen helpen ons in de communicatie. Je kan er mee groeten, zwaaien, afscheid nemen, troosten, vrienden maken.

Handen spreken een eigen taal. Ze beelden begrippen uit, of emoties. Een open hand of een vuist, trekken of duwen, vasthouden of loslaten – onze handen vertellen altijd iets. Soms is iets makkelijker met je handen duidelijk te maken dan met woorden, als je bijvoorbeeld de grootte of omvang van iets wilt laten zien. Spreken en handgebaren gaan nauw samen. Probeer maar eens een half uur te praten zonder je handen te gebruiken…

 

Ook in de Bijbel neemt de hand een grote plaats in. We komen ook daar veel handelingen tegen: het bidden, drinken, applaudisseren, dragen, offeren, zich wapenen, het afleggen van een eed, zegenen, aanraken, werken, grijpen tot redding, schrijven, enz.

In de Bijbel lezen we niet alleen van mensenhanden, maar ook van de hand van God. De mens zelf en heel de schepping wordt gezien als het werk van Gods handen. God is een handelend God. Hij troost, zegent, beschermt, draagt, bevrijdt, slaat, verwoest, richt op, straft, herstelt, bewaart, raakt aan, schept. In al die handelingen zien we iets van wie God is. In Jezus’ leven en handelen zien we veel van deze werkwoorden terug.

Een boeiend thema dus om een jaar lang bij stil te staan en om naar verschillende handelingen te kijken, ons erover te verwonderen en samen te beleven dat er zoveel goeds uit Gods hand komt en zoveel goeds met onze handen gedaan mag worden.

 

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • tasten en aanraken

      Elia in de woestijn (1 Kon 19)

      Het verhaal van de zieke vrouw (Marc 5:25-34)

 

  • dragen en beschermen

      Onze namen in Gods hand (Jes 49:1-16)

      Vier vrienden dragen een verlamde man (Luk 5:17-27)

 

  • hand in hand: vrienden zijn en bidden

       Ruth (Ruth 2)

   Bidden (Luk 11)

 

  • geven en ontvangen

       Tien leefregels (Deut 4:44-6:4)

   Koninklijke gaven (Matt 2:1-13)

 

  • klappen in de handen en muziek maken

      Muziek heelt (1 Sam 16:14-33)

  Muziek hoort bij Gods feest en vrede (Openb 21, 22)

 

  • oprapen en weggooien

      David verslaat Goliath (1 Sam 17:1-55)

  De wisselaars in de tempel (Joh 2:13-23)

 

  • groeten en zwaaien

      De intocht (Luk 19:29-40)

      Afscheid in de haven (Han 20:13-38)

 

  • werken en zorgen

      De pottenbakker (Jer 18:1-13)

      De barmhartige Samaritaan (Luk 10:25-38)