‘Zo zijn onze manieren’ (2008-2009)

In het omgaan met God en in Gods omgang met ons mensen vallen bepaalde handelingen op: bidden, danken, zegenen, delen, vieren, verhalen vertellen – het zijn allemaal uitdrukkingsvormen waarin we omgang zoeken met God. In een kerkdienst (een godsdienstoefening!) oefenen we die liefdevolle omgang met God en met elkaar. Daar zegenen we, worden we gezegend, daar delen we, daar vertellen we verhalen etc.

Maar natuurlijk niet alleen daar. Ook in onze vieringen, in een ochtend- of avondgebed komen die aspecten aan de orde. Daarom lichten we dit jaar elke maand één van die omgangsvormen eruit.

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • Samen delen            

      Elia en de arme weduwe (1 Kon 17:1-16)

      Vijfduizend mensen (Mat 14:13-21)

 

  • Vieren                       

      Het leven vieren (Gen 1:1-2:4)

      De genodigden (Luc 14:16-24)

 

  • Danken                                 

      Dwars door de zee (Ex 13:20-14:31)

      Tien melaatse mannen (Luc 17:11-19)

 

  • Zingen en loven                  

      Psalmen (Psalm 8)

      Ere zij God (Luc 2:8-20)

 

  • Stilte                                     

      Elia in de woestijn (1 Kon 19:9-18)

      Jezus wordt gedoopt en zoekt de stilte (Mat3:1-17/Luc4:1-13)

 

  • Verhalen doorgeven                      

Jozua en de twaalf stenen (Joz 4:1-9)

Een vader heeft twee zonen (Luc 15:11-32)

 

  • Bidden                                 

Abraham krijgt bezoek (Gen 18:16-33)

‘Heer, leer ons bidden’ (Luc 11:1-13)

 

  • Zegenen                               

Jakob vraagt om Gods zegen (Gen 32:26-30)

Jezus zet de kinderen in het midden (Mar 10:13-16)

 

‘Dit is de dag’ (2009-2010)

Alles heeft zijn tijd. Er is een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten, een tijd om… ja, om wat? Prediker somt in zijn boek een hele rij menselijke bezigheden op, die allemaal hun eigen tijd toegemeten krijgen.

Een levensjaar, een kalenderjaar kent de vier seizoenen, de grote nationale en christelijke feesten en gedenkdagen. Een week kent doorgaans het ritme van de zondag, een aantal werkdagen en een paar vrije dagen. En de dag, een dag en een nacht?

Hoe worden de tijden van een dag gestructureerd?

Hoe worden de verschillende momenten van de dag gekleurd en beleefd?

Welke tijd krijgen ze door ons mensen toegemeten?

Welke betekenis hebben ze voor ons mensen?

Welke betekenis hebben ze voor God?

God schiep de dag en de tijd… maar wat wil dat zeggen?

Bijna elke dag zien we dezelfde dingen terugkeren: opstaan, wassen, eten, onderweg zijn, werken, rusten, spelen, slapen gaan. Lichten er in die alledaagse bezigheden ook momenten op dat we God in ons leven aan het werk zien? Kan ‘opstaan’ ook de betekenis krijgen van: bevrijd worden? Kan ‘wassen’ ook in geestelijk opzicht schoon worden betekenen? Betekent ons dagelijks werk ook een ‘werken’ in Gods Koninkrijk? Zit er in ons ‘rusten’ ook de ervaring van geborgenheid bij God? Is elke dag een dag die de Heer ons geeft, zoals een lied zo mooi zingt? Is elke dag een nieuwe kans van God om Zijn liefde te ontvangen en door te geven?

 

Wij menen dat het zinvol is om dit jaar eens stil te staan bij al die verschillende dagelijkse bezigheden. Omdat we die allemaal doen en er iets aan beleven. Dus zal het, zo hopen wij, veel herkenbaars geven. En omdat we geloven dat in alle ‘gewone’ dingen ook iets van Gods heilzame en liefdevolle omgang met ons zichtbaar kan worden. Het is een wereld van verschil of je zegt: ‘het is maandag, vandaag’, of ‘dit is de dag van de Heer’.

Samen gaan we dit jaar op zoek hoe we elke dag kunnen beleven als een dag van de Heer…

 

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • Opstaan                   

       Elia in de woestijn (1 Kon 19:3-18)

       Saulus op weg naar Damaskus (Hand 9:1-19)

 

  • Wassen         

       Johannes de Doper en Jezus (Mat 3:1-17)

       Opgeruimd staat netjes (Joh 2:13-22)

 

  • Eten en drinken       

      Brood uit de hemel en water uit de rots (Ex 15:22-16:36)

      ‘Kom, eet iets’ (Joh 21:1-14)

 

  • Onderweg zijn         

       ‘Abram, ga op reis!’ (Gen 12:1-9)

       De barmhartige Samaritaan (Luc 10:25-37)

 

  • Werken                     

       De opbouw van Jeruzalem (Neh 2:1-20)

       De werkers in de wijngaard (Mat 20:1-16)

 

  • Rusten                      

      De schepping (Gen 1-2:3)

      Martha en Maria (Luc 10 :38-42)

 

  • Spelen                      

      De ark terug in Jeruzalem (2 Sam 6)

      Geloven is sportief (Heb 12)

 

  • Slapen                      

       Jakob droomt (Gen 28:10-22)

      Storm op het meer (Marc 4:35-41)