‘Geloven met alles wat in je is’ (2006-2007)

We mogen God loven en vertrouwen met heel ons hart, met lichaam en ziel. Ons hele lichaam mag meedoen in onze lof, onze dank, onze inzet, ons bidden en samenleven. Daarom komt elke maand een lichaamsdeel uitgebreid aan de orde: ogen, oren, handen, voeten, hart, mond, buik en adem. En natuurlijk hebben we bij elk lichaamsdeel twee bijbelverhalen uitgezocht, waarin de betekenis van dat lichaamsdeel duidelijk ter sprake komt en betekenis heeft. Voor ons was het verrassend om te ontdekken hoe vaak er in Gods Woord gesproken wordt over ons lichaam. We hopen dat u al werkend met dit materiaal diezelfde verassing ten deel zal vallen.

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • Handen         

       Praten met de kinderen (Mar 10:13-16)

       Een meisje van twaalf jaar (Mar 5:21-43)

 

  • Ogen             

      Psalm 139 (Ps 139)

      Hoog in de boom (Luc 19:1-10)

 

  • Hart               

       In het hart bewaart (Luc 2:8-20)

       De verloren zoon (Luc 15:12-32)

 

  • Voeten          

      Op weg door de zee (Ex 14:5-31)

      Jezus wast de voeten van de discipelen (Joh 13:1-16)

 

  • Oren              

      Bij de Dorre Berg (Ex 2 en 3)

      Effatha, ga open! (Mar 7:31-37)

 

  • Mond            

      Maar ik kan helemaal niet goed praten (Ex 4:1-17)

      Niet meer praten?! (Luc 1:8-25)

 

  • Buik              

      Jona (Jona 1 en 2)

      De geboorte van Izaäk (Gen 18:1-15)

 

  • Adem            

      Psalm 150 (Ps 150)

     Pinksteren (Joh 20:19-22 en Hand 2:1-4)

‘Jij bent bijzonder!’ (2007-2008)

We hebben de Bijbel, een groots boek over God, die mensen liefheeft, en over mensen die God liefhebben. In het komende jaar zoomen we in op een aantal van die mensen, die God liefhebben; met vallen en opstaan, met hun specifieke gaven, met hun karaktereigenschappen.

God kent wel heel bijzondere mensen, zo zullen we ontdekken… Maar we hopen ook dat we opnieuw beleven dat God ons allemaal, één voor één, heel bijzonder vindt.

Gods bijzondere mensen, daarover lezen we, maar dat mogen we ook bij elkaar ontdekken en zien: ook wij zijn die bijzondere mensen.

 

Natuurlijk, met zo’n groot(s) boek als de Bijbel moet je keuzes maken: welke mensen brengen we voor het voetlicht, zetten we even in de spotlights? En ook: op welk aspect van hun gelovige leven leggen we de nadruk? Dat zijn keuzes, die we op grond van allerlei motieven hebben gemaakt. We hebben nagedacht over de grote reikwijdte van gelovig zijn: ontvankelijk zijn, trouw zijn, dromen en hopen, toegewijd zijn, verbonden zijn, willen delen, mogen klagen, vertrouwen vinden, de kracht van zingen, grenzeloosheid van liefde en nog enkele andere elementen.

We hebben nagedacht over mensen die één of meer van deze geloofselementen belichamen, uitdragen in hun leven. We hebben nagedacht over de mogelijke herkenbaarheid en vertrouwdheid met bepaalde mensen uit de Bijbelse verhalen: Jozef, Maria, David, mensen, van wie wij menen dat ze met je mee mogen reizen als metgezellen in je geloofsleven, op jouw weg van liefde met God.

 

 

Maandthema’s en verhalen die aan de orde komen:

 

  • Jozef  (dromen; geduld, doorgeven)                        

      De schenker en de bakker (Gen 39:20b-40:23)

      De droom van de farao (Gen 41:1-43)

 

  • Maria (rust, daadkracht)                                         

      Martha en Maria (Luc 10 :38-42)

      Maria zalft Jezus (Joh 12)

 

  • Paulus (inzicht, hulpvaardigheid)                            

      Paulus (Hand 6 :6-16)

      Geen woorden, maar daden (2 Cor 8)

 

  • Maria, de moeder van Jezus (zingen, ontvangen)           

      De lofzang van Maria (Luc 1:39-55)

      De geboorte van Jezus (Luc 2:1-7)

 

  • David  (zingen, vertrouwen)                         

      De Heer is mijn Herder (Ps 23)

      David en Goliath (1 Sam 17)

 

  • Samuël (horen, zien)                       

       Samuël geroepen (1 Sam 3:1-21)

       David door Samuël gezalfd (1 Sam 16:1-13)

 

  • Jezus (de plaats van de tempel, de liefde tot het einde)                            

      De twaalfjarige Jezus in de tempel (Luc 2:41-52)

      De goede herder (Joh 10:11-18)

 

  • Ruth (trouw, verbondenheid)                                  

      Ruth, de vrouw uit Moab (Ruth 1) 

      Geen vreemdelinge meer (Ruth 2)

 

  • Jeremia                    

      De pottenbakker (Jer 18:1-12)