Oefening: verhalen vertellen met de zintuigen

Zintuigen en waarneming

Even wat feiten op een rijtje:

·         De wereld om ons heen is een mengeling van licht, geluid, kleur, geur, smaak en tast.

·         Ons voornaamste zintuig is de tast. Elke vierkante centimeter van onze huid heeft zo’n 70 receptoren die op prikkels reageren, en daarmee speelt onze huid een zeer prominente rol in het ontvangen van prikkels.

·         Wat gezien en aangeraakt kan worden wordt altijd intenser en betekenisvoller beleefd (meer prikkels) dan dat wat alleen maar gezien wordt.

·         Ook geur- en smaakwaarneming zijn bepalend voor onze beleving. Er wordt onderscheid gemaakt in: bitter, zoet, zout en zuur. Smaakervaringen zijn vaak combinaties van geur en smaak, zonder dat we ons dat realiseren. Als je bijvoorbeeld een sinaasappel eet, proef je de specifieke smaak, maar die smaak is ook voor een deel opgebouwd uit geur.

·         Geuren zijn heel bepalend voor de gemoedstoestand. Bepaalde geuren stemmen vrolijk, anderen hebben een tegenovergestelde (uit)werking. Geuren kunnen ook sterk gekoppeld zijn aan herinneringen.

 

Onze zintuigen kleuren onze waarneming. Als we verhalen gaan vertellen (Bijbelverhalen of anderszins) kunnen we dus mooi op die zintuigen aansluiten. Hoe kun je dat doen?

 

Het blijft belangrijk een verhaal goed voor te bereiden, zodat je op toon en met gevoel kunt vertellen. Een paar richtlijnen daarbij:

·         Kijk goed naar de beginsituatie: welke doelgroep heb je voor ogen? Aan wie ga je het verhaal vertellen?

·         Bekijk welke invalshoeken het verhaal biedt: welke kleuren, welke geuren, welk thema hoort bij het verhaal?

·         Lees het verhaal voor jezelf door, stel het je voor ogen, en probeer alle zintuigen erin te herkennen. Streep die zo mogelijk aan.

·         Kies één zintuig, één invalshoek uit en ga van daaruit je verhaal vertellen. Zo houd je het beknopt en behapbaar. Breng het steeds weer terug bij dat ene zintuig.

·         Bedenk van tevoren wat de boodschap is: wat kun je uit een verhaal of thema halen?

·         Zoek het allemaal niet te groot: de kracht ligt in eenvoud en herhaling.

 

Wees je bewust van hoe je er zelf in staat! Sta je cynisch tegenover het verhaal? Heb je er zin in? Begrijp je het zelf (niet) goed? Zie je er belang in voor de mensen aan wie je het vertelt? Wil je ze graag zo veel mogelijk vertellen? Of wil je juist zo min mogelijk woorden gebruiken? Alle antwoorden op deze vragen hebben invloed op de vertelling.

 

Een oefening

1. Lees het verhaal door.

2. Wat blijft jou bij? Wat valt je op?

3. Onderstreep de zintuigen die je tegenkomt. (horen, zien, voelen, proeven, ruiken)

4. Welke emoties kom je tegen?

5. Wat kies jij als uitgangspunt voor je groep en waarom?

6. Hoe ga je het vertellen?

 

 

 

Ondersteuning bij het omgaan met rituelen

Rituelen zijn handelingen die steeds volgens een vast patroon verlopen. Rituelen bieden steun bij overgang van situaties, zoals bij het opstaan en het slapen gaan, aan tafel gaan, stilstaan bij een bijzonder moment of een bijzondere dag, bij het afscheid nemen, etc.

 

Onderstaande vragen helpen om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de vraag van de verstandelijk gehandicapte als het gaat om ondersteuning bij het omgaan met rituelen.

 

        1. Is hij/zij gewend, of heeft hij/zij de wens om aan bepaalde rituelen deel te nemen?

            Zo ja, om welke rituelen gaat het dan?

            Is daarbij ondersteuning gewenst?

    Zo ja, door wie wordt die ondersteuning gegeven? (ouders, begeleiders, andere hulpverleners, geestelijk       verzorgers, mensen uit de geloofsgemeenschap, etc)

2. Zijn er binnen het gezin/de familie bepaalde gewoonten of rituelen waar hij/zij waarde aan hecht?

            Zo ja, om welke rituelen gaat het dan?

            Is daar ondersteuning bij gewenst?

            Zo ja, door wie wordt die ondersteuning gegeven?

3. Wat weet je van iemands reactie op religieuze/spirituele muziek en/of verhalen, op gebeden, of andere         rituelen? Zijn er bijvoorbeeld verhalen of liederen waar iemand zich sterk mee verbonden voelt, die           herkenbaar zijn omdat ze die van huis uit mee gekregen hebben?

            Is hierbij ondersteuning gewenst?

            Zo ja, door wie wordt die ondersteuning gegeven?

        4. Aan welke (religieuze) feesten neemt iemand graag deel?

            Is hierbij ondersteuning gewenst?

            Zo ja, door wie wordt die ondersteuning gegeven?

5. Hebben ouders/vertegenwoordigers specifieke wensen met betrekking tot de ondersteuning?

            Zo ja, welke wensen?