Boeken voor kinderen/jongeren

LET OP: Hoewel het ‘niveau’ van mensen met een verstandelijke beperking vaak vergeleken wordt met dat van kinderen, betreft het vaak volwassen mensen. Het niveau van verwerken van emoties en prikkels is wel vergelijkbaar met dat van een kind, dus kinderboeken kunnen zeker een goed handvat bieden – maar wees je ervan bewust dat je soms een vertaalslag moet maken!

 

Als je dood bent word je dan nooit meer beter? (1993)

P. Breebaart & J. Breebaart – Uitgeverij Lemniscaat

Een ontroerend verhaal van Piet Breebaart en zijn vijfjarige zoon Joeri, naar aanleiding van het plotseling overlijden van Joeri's tweejarige broertje Remi.

Vader en zoon maakten samen het verhaal van het konijn Fred en zijn broertje Joep, dat plotseling doodgaat. Het verhaal gaat over alles wat Fred meemaakt en voelt: de kortstondige ziekte van Joep, zijn dood, de begrafenis en de aandacht van de dieren om hen heen.

 

 

Dag lieve oma; samen lezen, kijken en praten over rouw (2004)

Vrouwke Klapwijk & Marja Bos – Kampen, Uitgeverij Callenbach

In het eerste deel van dit prentenboek wordt het verhaal verteld van Marte. De oma van Marte is erg ziek, ze moet zelfs naar het ziekenhuis. Op een morgen vertelt papa dat oma gestorven is. Marte gaat mee naar de begrafenis en praat met haar vader en moeder over alles wat er gebeurd is.

Het informatieve gedeelte bestaat uit vragen waarop in eenvoudige taal antwoorden gegeven worden. De foto’s en tekeningen kunnen herkenning oproepen, maar ook stimuleren tot nadenken. Voor en achter in het boek worden nog suggesties gedaan om kinderen bij de grote en kleine dingen rond begraven en afscheid nemen te betrekken.

 

 

Derk Das blijft altijd bij ons (1984)

Susan Varley – Rotterdam, Lemniscaat b.v.

Prentenboek over Derk Das, die voelt dat hij spoedig zal sterven. Als dat inderdaad gebeurt (hij droomt van een doorgang door een lange tunnel), zijn alle dieren erg verdrietig, maar later herinneren ze zich allerlei dingen die ze van Das geleerd hebben. Ze verwerken hun verdriet door samen te praten over hun vriend. Mooie, kleine illustraties bij de tekst op de linkerpagina; grote, wit omkaderde prenten op de rechterbladzijde. Alle platen zijn met zachte kleuren ingekleurd in een pentekening. Zowel uit de goed voorleesbare tekst als uit de warme platen straalt rust.

           

 

Doodgaan is geen feest; over doodgaan, cremeren en rouwen (2003)

Riet Fiddelaers-Jaspers & Jet Willems – Heeze, In de wolken

Dit boek is bedoeld voor kinderen die te maken krijgen met een overlijden in hun naaste omgeving. Het is een voorleesverhaal voor kinderen van ongeveer 3 tot 8 jaar. Rouwende kinderen aan wie het wordt voorgelezen voelen misschien hetzelfde als Hanneke of Stijn uit dit boek. Deze reageren verschillend op de dood en de crematie van hun papa.

 

 

Een opa om nooit te vergeten (2000)

Bettie Westera Harmen van Straaten – Leuven, Uitgeverij Davidsfonds/Infodok

Joost en mama halen samen herinneringen aan opa op: ‘Op een keer maakte opa in de kamer een piratenschip met echte zeilen en een grote, rode vlag. Er kwam een ander schip voorbij en opa riep: ‘Enteren!’ En toen namen ze papa gevangen en roofden vijf gulden uit zijn broekzak om friet van te kopen…’

Joost lacht door zijn tranen heen als mama hem opa’s rode zakdoek geeft en hij weet voor eens en voor altijd wat voor opa opa was: een opa om nooit te vergeten!

 

 

Een stoel in de hemel (2005)

Mariska Vos – Heerenveen, Uitgeverij Columbus

Bram heeft verdriet. Zijn beste vriendje Boris is overleden. Bram gaat met zijn vader en moeder en alle kinderen uit groep 3 naar de kerk en naar de begraafplaats. Boris wordt begraven, maar eigenlijk is hij nu bij God, weet Bram. Daar heeft Boris het goed.

Bram moet vaak aan Boris denken. Hij mist hem als hij jarig is, en als de fotograaf op school komt. De vorige keer was Boris er nog bij.

De korte verhalen over Bram laten zien dat ook een kind lange tijd het verdriet blijft voelen, al is dat niet altijd zichtbaar. Brams belevenissen, gedachten en uitspraken zullen herkenning oproepen bij kinderen die hetzelfde meemaken.

 

 

Ik krijg tranen in mijn ogen als ik aan je denk; als je vader of moeder is doodgegaan (1999)

Ineke van Essen – Uitgeverij Sjaloom / Uitgeverij Bakermat

In dit boek vertellen dertig kinderen over wat zij meemaakten en hoe hun leven verder ging na de dood van hun vader of moeder.

Het gaat over verdriet en geluk. Over akelige gedachten en fijne herinneringen. Over houden van en missen. En over je rot voelen en wat dan helpt.

Het is echt een boek om af en toe een stukje in te lezen en dan te merken dat je niet de enige bent die zich zo voelt als jij. Iedereen die beter wil begrijpen hoe het is als iemand van wie je houdt sterft, zal het fijn vinden om dit boek te lezen. Maar het is ook gewoon bedoeld voor alle kinderen die nadenken over het leven en de dood.

 

 

Ik mis je (2010)

Paul Verrept – Berchem, Larrios

Toen Anja verhuisde, voelde ik me raar. Ze was mijn beste vriendje. ‘Ik denk dat je haar mist’, zei mama. Wat is dat, missen, vroeg ik me af. Ik dacht aan Anja en ik dacht aan oma. Oma is dood. Ik denk dat oma altijd dood zal blijven.

 

 

Kikker en het vogeltje (1991)

Max Velthuijs – Amsterdam, Leopold

Bij de rand van het bos ligt een vogeltje. 'Kijk,' zegt Kikker, 'kapot. Hij doet het niet meer.' 'Hij slaapt,' zegt Varkentje. Maar Haas zegt: 'Hij is dood.' 'Dood?' vraagt Kikker. 'Wat is dat?'

 

 

Lieve oma pluis (2008)

Dick Bruna – Amsterdam, Mercis Publishing

Nijntje is verdrietig. Oma pluis is dood gegaan.

’t Is net of ze ligt te slapen, maar ze ademt niet meer.

Oma wordt in een kist gelegd en iedereen komt afscheid nemen. Dan wordt oma begraven. Er komen planten op haar graf, omdat oma daar zo van hield.

 

 

Mama, Langoor wordt niet wakker…

Uitgave van AVVL Uitvaartzorg, CVN Crematoria Nederland en NUVA Uitvaartzorg;

(te downloaden via http://www.dierenambulance-rotterdam.nl/nieuws-/135-mama-langoor-wordt-niet-meer-wakker)

Langoor, het konijn van Bastiaan, gaat dood. Bastiaans moeder probeert uit te leggen dat ook andere dieren en mensen doodgaan. Als later in het verhaal oma overlijdt, is de eerste reactie van Bastiaan dat oma nu bij Langoor is…

 

 

Olaf en Jaap (2007)

Annet Hogenhout – Nijmegen, Uitgeverij De Stiel

Een (voor)leesboek voor mensen met een (lichte) verstandelijke handicap.

‘Olaf zit in een rolstoel en is verstandelijk gehandicapt. Jaap was een heel goede vriend van hem. Allebei woonden ze op hetzelfde adres. Op Spoorstraat 18. In dit boek, Olaf en Jaap, gaat Jaap dood. Olaf heeft daar veel verdriet van. Moniek, zijn vriendin, ook. Gelukkig kunnen ze er samen over praten. Intussen gaat Olafs eigen leven gewoon door. Eigenlijk vindt hij dat heel raar. Veel vragen houden hem bezig. ‘Waar is Jaap nu? Bestaat er een hemel?’

Schrijfster Annet Hogenhout geeft door middel van dit boekje gespreksstof en steun aan mensen met een verstandelijke handicap. Steun die je nodig hebt wanneer een goede vriend of en familielid is overleden. Het helpt als je over je eigen verdriet kunt praten. En kun je zelf niet praten, dan is het misschien goed om toch te luisteren als het verhaal wordt voorgelezen.

Het verhaal is verdrietig, maar soms kun je er ook om lachen. Olaf heeft namelijk humor en Jaap had dat ook. Bovendien… huilen helpt, maar lachen ook!

 

 

Rouw (2011)

Margonda Hartman-van der Vlies & Bettie Versluis – Barneveld, Uitgeverij Koster

Dit boekje is uit de praktijk ontstaan. De auteurs zijn beide werkzaam op een school voor speciaal basisonderwijs. Regelmatig krijgen ze te maken met kinderen die op school komen met een rouwkaart. Er werden tekeningen gemaakt waarin de emoties duidelijk te zien zijn, en zij merkten dat de kinderen hier houvast aan hadden. Zo ontstond het idee om er een boekje van te maken om dit met meerdere mensen te kunnen delen.

Met behulp van dit boekje kunt u spreken met uw kind over het verdriet, de begrafenis en wat er allemaal bij hoort. In het boekje vindt u kaartjes met plaatjes die u bijvoorbeeld kunt gebruiken als een picto bij het dagritme. Op deze manier maakt u de dag inzichtelijk en biedt u structuur.

Het boek is geschreven vanuit een protestants-christelijke achtergrond.

 

 

Stilte a.u.b. ik denk aan de kip (1995)

Hans Hagen & Harrie Geelen – Amsterdam, Van Goor

Onno Ebbe zit op het bankje onder de kaarsjes van de kastanje. ‘Ik kan niet slapen’, fluistert hij. ‘Ik wil kip. Ik wil haar terug.’ ‘Ik ook’, zucht haan. ‘Ik verlang zo naar kip, maar ze is er niet meer.’

‘Sst’, zegt kraai. ‘Niet praten. Ik had net een droom van een ei aan een touw…’ En dan gaat Onno Ebbe in zijn droom op reis. Kip achterna. Als hij terugkomt wacht hem een grote verrassing.

 

 

Verdriet (2004)

Michael Rosen & Quentin Blake – Hillen

Iedereen heeft wel eens verdriet – jij misschien ook, net nu je dit leest. Michael Rosen wordt het verdrietigst als hij aan zijn zoon Eddie denkt, die dood is gegaan. In dit boek schrijft hij over zijn verdriet. Over wat er met hem gebeurt als hij verdriet heeft en hoe hij probeert met zijn verdriet te leven.

 

 

Waar ben je nu, zie jij me nog? (2012)

Riet Fiddelaers-Jaspers  – Uitgeverij In de wolken

Teksten bij een afscheid geschreven voor en door kinderen.

 

Sociale integratie

Antwoord van twee kanten; verstandelijk gehandicapten in onze samenleving (1976)

Leen van Ginkel – Hilversum, de Boer

 

Competenties voor de pastorale communicatie met mensen met een verstandelijke beperking; een praktisch-theologisch onderzoek naar leerprocessen van pastores (2011)

Johan Smit – Academisch proefschrift, Vrije Universiteit Amsterdam

Welke competenties heb je nodig om te communiceren met mensen met een verstandelijke beperking? Hoe sluit je als geloofsgemeenschap en met name als pastor aan bij het begripsvermogen van deze mensen?

Een wetenschappelijk onderzoek naar competenties die pastores moeten leren om te kunnen communiceren met mensen met een verstandelijk beperking. Kennis en vaardigheden helpen slechts ten dele. Veel belangrijker is het dat pastores tot een positieve overtuiging komen. Dat kan als zij hun gevoelens van onmacht, onzekerheid en angst leren transformeren tot een vertrouwde en liefdevolle relatie met mensen met een verstandelijke beperking. Het onderzoek mondt uit in een ontwerp van een onderwijscurriculum met aandacht voor de persoonlijke, ambachtelijke en theologische competenties van pastores.

 

De kerkdienst en de geestelijk gehandicapte (1976)

Dr. J. van de Werf – ’s Gravenhage, Boekencentrum

In dit boekje wordt een verantwoording gegeven van tien jaar diensten voor geestelijk gehandicapten in Utrecht. De inhoud is beperkt tot het geven van een aantal vuistregels om vervolgens vooral de diensten zelf te omschrijven.

 

De minste allermeest; wat hebben in Gods Naam de kerk en de ernstig zwakzinnigen elkaar te zeggen? (1983)

A. Trapman – Doctoraal scriptie Katholieke Universiteit Nijmegen

Onderzoek naar de kerk en haar roeping tot pastoraat en religieuze levensontplooiing van de ernstig zwakzinnige.

 

De ronde kerk; over mensen met een verstandelijke beperking tussen instelling en kerk (2004)

Drs. W.J. Dijk – Onderzoek in opdracht van Kerkinactie/Beraadsgroep Diaconaat en Zorg i.s.m. Philadelphia, ’s Heeren Loo en Reliëf

 

Een blijvende zorg; literatuurstudie naar de visie op mensen met een verstandelijke handicap in kerk en samenleving, 1945-2004 (2010)

J.M. Broekema-de Jager, J.M. – Scriptie Rijksuniversiteit Groningen

 

Gehandicaptenzorg, inclusie en organiseren (2008)

H.R.Th. Kröber – Proefschrift Universiteit voor Humanistiek, Utrecht

 

Geloven in inclusie; over zingeving en participatie van mensen met een verstandelijke beperking (2012)

Jos van Loon en Anneloes Steglich-Lentz – Antwerpen/Apeldoorn, Garant Uitgevers

Op welke wijze draagt geestelijke verzorging bij aan de kwaliteit van bestaan en inclusie van mensen met een verstandelijke beperking?

Tien jaar geleden besloten zorgaanbieders in Zeeland het roer om te gooien en geestelijke verzorging niet langer intramuraal te organiseren. Samen met kerken en familieverenigingen werd Stichting GeeVer opgericht met als doel het bevorderen van geestelijke verzorging op een wijze die recht doet aan de persoonlijke keuzevrijheid en die bevordert dat levensbeschouwelijke organisaties open staan voor mensen met een verstandelijke beperking.

Met dit boek wordt de balans opgemaakt. Het vermeldt successen en positieve ervaringen die bijdragen aan de participatie van mensen met een verstandelijke beperking en daarmee aan hun kwaliteit van bestaan. Twee bijdragen uit het buitenland zijn bij wijze van voorbeeld opgenomen maar het signaleert ook knelpunten en stelt vragen aan zorgaanbieders en aan levensbeschouwelijke organisaties. Het toont aan dat er nog altijd een groot tekort is aan aandacht voor levensvragen en zingeving van mensen met een verstandelijke beperking en dat een beperking in deze samenleving voor velen nog altijd uitsluiting betekent, zelfs in de kerk. Gedichten van mensen met een beperking zelf maken het boek compleet.

 

Goed bedoeld; levensbeschouwelijk kijken naar handicap en ziekte (2002)

Jacqueline Kool – Zoetermeer, Uitgeverij Boekencentrum

Theologe Jacqueline Kool schrijft vanuit de ervaring van leven met een (lichamelijke) handicap. Vanuit die ervaring toetst zij goed bedoelde ideeën en praktijken in de wereld van (met name christelijke) levensbeschouwing en theologie. In het eerste deel van het boek stelt zij kritische vragen bij de gangbare religieuze beeldvorming rond ziekte en handicap. Zo worden het denken over ziekte als zonde, over lijden als weg tot God, liefdadigheidspraktijken en gangbare Bijbelinterpretaties tegen het licht gehouden. Kool presenteert tevens nieuwe levensbeschouwelijke beelden die mensen met een handicap of ziekte als inspirerend ervaren. In het tweede deel van het boek geeft zij praktische tips om de omgang tussen mensen met en zonder fysieke beperkingen gemakkelijker te maken. Het wil religieuze gemeenschappen een handvat bieden om letterlijk en figuurlijk toegankelijker te worden voor mensen met uiteenlopende gezondheidssituaties. Naast tips voor communicatie bevat dit deel ideeën voor gespreksgroepen en liturgie, en voorbeelden van gebeden en preken.

 

Het blijft je kind; godsdienstige begeleiding van het uit huis geplaatste zwakzinnige

kind (1982)

M.J. Angenent-Vogt – Hilversum, Gooi en Sticht

 

Lifter of reisgenoot; ontmoeting tussen kerk en geestelijk gehandicapten (1969)

R. Hovenga – Kampen, Kok

Richtlijnen voor de kerk en haar leden om te komen tot een progressief beeld t.a.v. de zorg aan geestelijk gehandicapten: voldoende kerkelijk-pastorale aandacht, zowel voor de zwakzinnige zelf als voor zijn ouders.

 

Samen onderweg; integratie van geestelijk gehandicapten (1977)

B. van Zijderveld – Nijkerk, Intro

Vragen rond sociale contacten van de geestelijk gehandicapte, zelfstandigheid en mondigheid, woonvoorzieningen (bv gezinsvervangende tehuizen), vorming en vrijetijdsbesteding, en vrijwilligerswerk (bv ‘citizen advocacy’) worden door de schrijver uitvoerig besproken.

 

Signalen & signalementen; over mensen met een verstandelijke handicap in de kerk (1999)

Hettie van Delden (samenst.) – Utrecht, Bureau Gelijkwaardigheid en Pluriformiteit

Dit boekje duidt de eerste fase in van het project ‘Samen Geloven? Gewoon Doen!’ (SGGD): luisteren naar ervaringen van betrokkenen zelf.

 

Sociale integratie in de geloofsgemeenschap; zestien praktijkverhalen (2008)

Johan Smit (red.) – Utrecht, ITSI

De verhalen in dit boek geven een kijkje achter de schermen van de sociale integratie in de geloofsgemeenschap. Het bijzondere is dat ze laten zien dat sociale integratie de meeste kans van slagen heeft als er sprake is van samenwerking tussen verschillende ‘partijen’. In de eerste plaats gaat het dan natuurlijk om de mensen met een verstandelijke beperking zelf. De meesten van hen kunnen heel goed aangeven wat zij verlangen van de geloofsgemeenschap. Maar daarnaast blijken familieleden, medewerkers van zorgorganisaties en vrijwilligers en voorgangers van geloofsgemeenschappen van essentieel belang. Als zij open staan voor elkaar en samenwerken, dan is de kans op het welslagen van inclusie veel groter. Daar ligt dan ook een grote uitdaging voor alle partijen.

 

Thuiskomen in de kerk; mensen met een verstandelijke handicap in de kerkelijke gemeente (1996)

Philadelphia, Utrecht, Dit Koningskind, Utrecht en Inge Pauw-Olde, Amersfoort –

Kampen, Uitgeverij Kok

Een aanzet tot hernieuwde bezinning op de plaats van de mens met een verstandelijke handicap en zijn familie in de kerkelijke gemeente. Daarbij wil het boekje persoonlijk gesprek tussen gemeenteleden, ambtsdragers, ouders en mensen met een verstandelijke handicap op gang brengen, of nieuwe impulsen geven. Door een combinatie van voorbeelden, tekst en heel concrete gesprekspunten kan iedereen er direct mee aan de slag.

 

Vademecum voor een inclusieve kerk (2011)

Johan Smit (red.) – Utrecht, ITSI

Een handzaam boekje op zakformaat met korte, praktische tips over hoe je als kerk je communicatie en je manier van kerk-zijn kunt aanpassen aan mensen met een verstandelijke beperking.

Alle onderdelen van het kerkenwerk komen aan de orde, met daarbij steeds een aantal tips gericht op het communiceren met mensen met een verstandelijke beperking. Elke tip kort toegelicht en met literatuurverwijzingen voor wie verder wil lezen.

 

Van en voor allen; wegwijzers naar een inclusieve geloofsgemeenschap met mensen die een verstandelijke handicap hebben (2004)

Herman P. Meijninger (red.) – Zoetermeer, Boekencentrum

Hoe zien kerk en geloof er uit als de aanwezigheid van mensen met een verstandelijke handicap als deel van de gemeenschap vanzelfsprekend wordt beschouwd? Wat moet een christelijke gemeenschap zijn, wil ze een plek kunnen zijn voor allen, dus ook voor mensen die anders zijn? Wanneer is de kerk een inclusieve geloofsgemeenschap? Wat houdt dat in voor de kernactiviteiten van een gemeente: leren, vieren, dienen, pastoraat, gemeenteopbouw?

In dit boek wordt vanuit theologie en praktijk geprobeerd een antwoord op deze vragen te vinden. Het begint met een beschouwing over vreemdelingschap en gastvrijheid. Vervolgens geeft een keur van protestantse en rooms-katholieke auteurs, meestal vanuit eigen ervaring, voorbeelden van diverse praktijken. Deze voorbeelden en de reflecties daarop zijn wegwijzers naar een geloofsgemeenschap van en voor allen.

 

Zo gewoon mogelijk; tien theologische tips voor inclusie (2006)

Johan Smit – Utrecht, ITSI

Een boekje dat geschreven is om geloofsgemeenschappen te helpen ‘zo gewoon mogelijk’ werk te maken van inclusie. Het geeft informatie en ‘tien theologische tips’ om een inclusieve geloofsgemeenschap dichterbij te brengen. Het is geschreven voor zowel beroepskrachten als vrijwilligers en voor anderen die belangstelling hebben voor het thema ‘inclusie’.