Symbolen

Een symbool heeft een verwijzende functie. Toch is symboliek niet iets hoog-intellectueels. Nog voordat we ons er bewust van zijn, kennen we een angst of liefde voor water en vuur, licht en donker, vertrouwen op moeder en vader. 

IMG_2467

 

 

Een symbool kan verwijzen naar iemand die afwezig is, maar er toch bijhoort. Zo verbindt een kettinkje met oma, de ring met een vriendin, het ouderlijk huis met vroeger, een kruis met Jezus. Voor een buitenstaander kan zo’n symbool nietszeggend zijn, voor de betrokkene zelf is het van onschatbare waarde.

 

 

In principe kan alles een symbool zijn: een kaars, een tasje, een sieraad, een foto.

  • Tegenwoordig kan je heel makkelijk kaarten laten maken van foto’s. Bijvoorbeeld van een foto van de kaars in de kerk, van de kerk zelf, van de bloemen. Jarigen en zieken ontvangen namens de kerk zo’n kaart, en herkennen aan het plaatje dat de kaart van de kerk komt.
  • Het licht van de Paaskaars staat symbool voor Gods licht en warmte in ons midden. Een Bijbels beeld: God, die het licht in de wereld bracht. Jezus, die van Zichzelf zei: Ik ben het Licht der wereld. En de Geest die uitgestort werd met ‘tongen als van vuur’. Licht hoort bij God. Duisternis niet.
  • Het kruis is een belangrijk symbool in de christelijke traditie. Het verwijst naar het lijden en sterven van Jezus. Dat kruis mag nadrukkelijk een plek krijgen in bv een Goede Vrijdagdienst. Concreter kun je het niet maken…
  • ‘Zeg het met bloemen’: ik houd van je, ik vind je een kleurrijk mens, ik vind je goed zoals je bent. Elke zondag staan er bloemen in de kerk, die na afloop naar een woongroep gaan – ongeacht of ze in de kerk komen of niet. We laten merken dat ze er bij horen, dat we ze niet vergeten.