Catechese-viermateriaal

Geloven staat in de traditie van overdracht en wordt vaak geassocieerd met ‘leren’ en ‘opvoeden’; de verhalen van vader op zoon. Catechese is daarmee een groot goed in de kerk, gericht op het vergroten van de geloofskennis. Het vraagt echter ook iets van de catechisanten, namelijk verbale en cognitieve vaardigheden. Wat nou als je daar niet (voldoende) over beschikt? Als je geen woorden tot je beschikking hebt? Als woorden voor jou in feit niets-zeggend zijn? Als er sprake is van een (ernstige) verstandelijke beperking?

 

Als we in de Bijbel het onderwijs van Jezus volgen, speelt het gesproken (en geschreven) woord een grote rol. Hij maakt echter ook gebruik van beelden en beeldtaal. Daarmee brengt Jezus de boodschap dichterbij. Denk bijvoorbeeld aan de vele gelijkenissen, gegrepen uit het leven van alledag: de herder, de zaaier, de landman.

 

Naast onderwijs spelen ook rituelen een belangrijke rol in de overdracht. Denk bijvoorbeeld aan rituelen rond doop, avondmaal, begrafenissen, maar ook de dagelijkse rituelen als bidden bijvoorbeeld. De kracht van rituelen ligt in het doen: in een combinatie van taal, lichaamsbeweging en -houding, in de symbolen en de vormen. Beleving wordt mogelijk door uitvoering: in het doen kun je er iets aan beleven en door de beleving brengt het ritueel contact, communicatie tot stand. Een gezamenlijke beleving van het ritueel brengt communicatie tussen mens en God en tussen de mensen onderling.

 

Binnen het pastoraat aan (ernstig meervoudig) verstandelijk gehandicapten wordt veel gebruik gemaakt van rituelen en symbolen. Zo is de Paaskaars bijvoorbeeld een terugkerend symbool: teken van Gods licht, Zijn warmte en aanwezigheid in ons leven. Die kaars steken we elke viering samen aan. In niet al te grote groepen ontsteken we vervolgens aan die ene kaars, dat Ene Licht, voor ieder persoonlijk een klein kaarsje. Vaak zingen we daarbij: ‘Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht’. Er is wat te zien (licht), wat te ruiken (kaarsje), wat te voelen (warmte), er is wat te horen, er is zelf geluid te maken, er is muziek.

Niet alleen die ondersteunende middelen zijn echter van belang.

Het is goed je te realiseren dat wat we willen communiceren niet enkel zit in wat we zeggen, maar voor een belangrijk deel bepaald wordt door de manier waarop we het zeggen: de melodie, de intonaties, maar ook de uitstraling en lichaamstaal, het gevoel, de emotionele lading. Dat wat we eigenlijk willen zeggen wordt hierdoor zelfs voor 93% bepaald! We communiceren dus met ons hele lichaam! Dat biedt mogelijkheden om met de ander in contact te komen, juist ook als woorden te moeilijk zouden kunnen zijn. De dialoog vindt niet enkel in woorden plaats, maar kan ook vorm krijgen in het kijken, het aanraken, het bewegen, de gebaren, in eten en drinken, werken en spelen.

De boodschap ‘God houdt van jou’ kan niet ervaren worden wanneer die uitsluitend in woorden en van een afstand gemaakt wordt. In contact met de ernstig meervoudig gehandicapten moet je het van de non-verbale nabije communicatie hebben: in een sfeer van persoonlijke aandacht, liefde en oprechtheid de ander zoveel mogelijk tot zijn recht laten komen.

 

Als je iemand een (Bijbel)verhaal wilt vertellen, zoek dan naar woorden die voor de ander begrijpelijk zijn. Goed vertellen betekent eigenlijk dat je in staat bent de anderen mee te nemen in het Verhaal, zodat ze het zelf kunnen beleven, zien en horen. Vraag je daarom voortdurend af: wat kan ik laten zien? Wat kan ik laten horen? Laten proeven? Laten ruiken? Wat kan ik laten zingen? Wat laten voelen?

Hoe meer zintuigen er tegelijkertijd geprikkeld worden, hoe groter de kans dat de ander meegenomen wordt in het Verhaal.

 

Heb je belangstelling voor wat specifieker materiaal? Wij stellen jaarlijks een eigen vierboek samen, met materiaal en informatie aan de hand van een jaar- en acht maandthema’s. Dit vierboek is bedoeld als werkboek en wil een handreiking zijn voor (kleine) catechesevieringen met verstandelijke gehandicapten. Elke maand staan er twee Bijbelverhalen centraal. Naast een weergave van de Bijbeltekst wordt er ook een bewerking van het verhaal gegeven, veelal afkomstig uit een kinderbijbel. Ook worden er suggesties gedaan voor liederen, voor gespreksvragen of sfeer – afhankelijk van het niveau van de doelgroep, waarbij het gebruikt wordt.

Met deze vierboeken hopen we een voorzet te geven, suggesties te doen om de catechesevieringen inhoud en vorm te geven.